Wat is het verschil tussen een cobot en een industriële robot?
Automatisering binnen maakbedrijven en warehouses is essentieel. Het is de enige manier om toekomstgericht concurrentieel te blijven. Toch worstelen velen productiebedrijven met het bepalen van de juiste automatiseringsoplossing om processen optimaal te stroomlijnen. Robotica is een cruciale factor om een aangename en veilige werkomgeving te creëren voor medewerkers en tegelijkertijd de productiviteit te verhogen. Naast een bevorderend effect op de ergonomie is automatisering gunstig voor de winstgevendheid van maakbedrijven.
Een belangrijke overweging bij de selectie van de juiste robotica oplossingen is de keuze tussen cobots (collaboratieve robots) en industriële robots. De verschillen tussen beiden lichten we graag toe in deze blogpost.
Veiligheidssystemen en footprint
Cobots zijn ontworpen om veilig en direct samen te werken met menselijke operatoren en zijn daarom voorzien van geavanceerde veiligheidsfuncties en krachtsensoren. Bij Industriële robots zijn deze functies niet voorzien en zijn strengere beschermende maatregelen noodzakelijk om te voorkomen dat operatoren gewond raken door de robotbewegingen. Denk maar aan een volledig afgeschermde omgeving met bijvoorbeeld veiligheidshekwerk.
Werksnelheid en payload
Het grote verschil tussen cobots en industriële robots zit in de bewegingssnelheid van de arm en in de totale payload. Robots worden vaak ingezet voor het verplaatsen van robuuste, zware materialen of lichtere materialen tegen zeer hoge snelheden. Het zijn vaak complexe handelingen die ook niet door een operator manueel kunnen gebeuren.
Cobots daarentegen worden net ingezet voor handelingen die wel manueel kunnen gebeuren, maar zeer repetitief zijn. De bewegingssnelheid van een cobot in zijn veilige modus (collaboratieve snelheid) is gemiddeld 400 mm/seconde. Deze snelheid kan meer dan verdubbeld worden, maar dan moeten er bijvoorbeeld veiligheidsscanners voorzien worden. Wanneer een operator in de buurt van de cobot komt, wordt met behulp van deze vloerscanners een signaal gestuurd naar de cobot, zodat de snelheid terug wordt aangepast naar de collaboratieve snelheid.
Programmering
Cobots zijn eenvoudiger te programmeren dan industriële robots omdat ze voorzien zijn van een ‘free drive’ functie. Dit wil zeggen dat operatoren de cobotarm vrij kunnen bewegen en dus de cobot manueel in een positie kunnen plaatsen. Via het standaard voorziene teach pendant, kunnen zo makkelijk pick & place bewegingen aangeleerd worden, zonder één regel code te schrijven. Industriële robots daarin tegen vereisen gespecialiseerde kennis en ervaring om bewegingen en handelingen te programmeren.
Conclusie
Cobots worden vaak gebruikt voor taken waarbij directe interactie met mensen vereist is zoals assemblage, verpakking, inspectie en samenwerking in montageprocessen. Industriële robots worden vaak ingezet voor geautomatiseerde taken die minder interactie met mensen vereisen, zeer hoge snelheid nodig hebben of die simpelweg niet manueel uitgevoerd kunnen worden wegens gewicht of bereikbaarheid.
De keuze tussen een cobot en een industriële robot hangt af van de specifieke behoeften van de toepassing en de omgeving waarin ze worden gebruikt.
